In 2015 kochten Sonja en René een vakantiehuis, iets buiten Canillas de Aceituno. Ze wonen en werken nog in Nederland, maar komen er zelf zo vaak mogelijk. Vanuit deze ´2e thuisplek´ maken ze geregeld korte tripjes door Andalusië om hun nieuwe achterland te verkennen.  

´Het is telkens weer een feest om naar onze casa in Zuid-Spanje te gaan. Terwijl ik vanuit daar remote werk en mijn lief zich vermaakt met klusjes in en om het huis, beloven we onszelf af en toe een mini-vakantie om het prachtige Andalusië beter te leren kennen. Deze keer was het in mei weer zover! 

Onze eerste stop was Laguna de Fuente de Piedra, de belangrijkste lagune van Andalusië en de thuisbasis van de grootste flamingokolonie van Spanje. Het ondiepe, zoute water trekt niet alleen flamingo's aan, maar ook talloze andere vogelsoorten die hier komen nestelen, overwinteren of uitrusten. Vanaf verschillende uitkijkpunten, zoals Las Vicarias en Madriguera, kun je de vogels in al hun pracht bewonderen. Hoewel het waterpeil wat laag was, spotten we toch een aantal flamingo's; altijd een bijzondere ervaring! Na ons bezoek genoten we van een heerlijke lunch in een nieuw geopend etablissement in Sierra de Yeguas, vlakbij ons Hotel Rural Andalucia. 

De volgende dag was het tijd voor Setenil de las Bodegas, maar eerst maakten we een tussenstop in het charmante stadje Campillos. Toevallig was het marktdag, dus liepen we met volle tasjes terug naar de auto. Campillos is echt de moeite waard voor een langer bezoek, met zijn natuurlijke schoonheid en rijke geschiedenis. Daarna reden we door naar Teba, waar in het jaar 1330 de slag bij Teba plaatsvond onder het Castillo de la Estrella. Mijn lief, vroeger werkzaam in de archeologie, stelde in zijn beste Spaans allerlei vragen aan de archeologen die daar aan het werk waren, echt ontzettend interessant en leerzaam! 

In Setenil de las Bodegas hadden we een huisje geboekt. Deze stad staat bekend om zijn witgekalkte huizen die onder enorme hangende rotsformaties zijn gebouwd. De Cueva del Sol en de Cueva de la Sombra, de twee belangrijkste straten, is waar het om draait in dit dorp: in de ene straat schijnt altijd de zon, terwijl de andere altijd in de schaduw ligt. Beide straten barsten van de gezellige restaurants en cafés met terrassen onder die rotsen. Het is wel toeristisch en het voelt als een groot openluchttheater, maar absoluut een must-visit tijdens je (mini-)vakantie aan ´deze´kant van Andalusië! 

Op de laatste dag namen we de tijd om naar huis terug te rijden, vermeden de snelwegen en kozen voor pittoreske binnendoor weggetjes. Zo belandden we in het charmante dorpje Cuevas del Becerro voor een ontbijtje, waar wij de enige toeristen waren. Via Ardales, bekend van de start van de wandelroute el Caminito del Rey, moesten we toch even de snelweg op en belandden achter een langzaam rijdende woonwagen file met politiebegeleiding. Snel weer een afslag genomen naar Pizarra, dat niet veel te bieden had, en vervolgens noordwaarts naar Antequera, met een lunchstop in het mini-dorpje La Joya. 

Met een volle buik weer de auto in, onderweg genietend van de prachtige bloemen langs de weg; de velden vol klaprozen waren de spreekwoordelijke kers op de taart van deze mini-vakantie.  

Reizen door Andalusië in het voorjaar is echt een aanrader: de temperaturen zijn perfect voor een bezoek aan steden en dorpen, en de kleurrijke bloemen en de groene beplanting maken iedereen vrolijk. Wie kan er nou niet glimlachen bij het zien van zo'n prachtig kleurrijk landschap….´ 

Sonja & René